×

Evangelie en ethiek
Samenvatting: In het benaderen van allerlei ethische vraagstukken willen we ons baseren op de Bijbel, maar hoe doen we dat? Wat zegt de Bijbel? Hoe lezen we de Bijbel? We hebben een bijbels-theologisch raamwerk nodig. In feite is dat een hermeneutische vraag. Ik wil deze vraag benaderen vanuit het perspectief van de boodschap van de Bijbel waarin het evangelie van Jezus Christus centraal staat. Ik wil laten zien waarom en hoe dit een aanzet is voor christelijke ethiek.

Achtergrond
We hebben voortdurend te maken met allerlei vragen en uitdagingen die vanuit onze cultuur op ons afkomen. We hebben ook te maken met interne vragen, vraagstukken die binnen de gemeente gesteld worden. Al deze vragen omvatten een hele reeks aan – vaak ethische – onderwerpen. Hoe benaderen we de veelheid aan vraagstukken waar we als christenen en christelijke gemeente voor gesteld worden?

We willen ons daarbij baseren op de Bijbel, maar hoe doen we dat? Onze eerste aanpak is vaak om naar relevante teksten te gaan zoeken en de betekenis daarvan te bepalen voor de vraag en die vervolgens toepassen. Toch komen we er dan soms nog niet uit. We stuiten op diepere vervolgvragen, zoals: Wat is geldig? En voor wie? Hoe zit dat met de verhouding tussen Oude en Nieuwe Testament? Daarom hebben we een bijbels-theologisch raamwerk nodig: hoe lezen we de Bijbel? In feite is dat een hermeneutische vraag.

Wat is de boodschap van heel de Bijbel? De kern is het evangelie, de bekendmaking dat door de dood en opstanding van Jezus Christus, God gekomen is om mensen door Zijn genade met zich te verzoenen en om de hele wereld te vernieuwen tot Zijn heerlijkheid.

In het vervolg van dit artikel wil ik een evangeliecentrische benadering presenteren voor de aanpak van ethische vraagstukken. Ik zal eerst uitleggen wat ik daarmee bedoel. Vervolgens zal ik deze benadering onderbouwen aan de hand van de brief aan de Kolossenzen, toelichten met enkele voorbeelden, en
afsluiten met een conclusie.

Een evangeliecentrische benadering van de christelijke ethiek
Om duidelijk te maken wat ik bedoel met een evangeliecentrische benadering maak ik gebruik van de basisdocumenten van The Gospel Coalition (TGC)
en met name van de Theologische Visie voor de dienst van het Evangelie. Om tot een evangeliecentrische ethiek te komen, is het goed om eerst de hermeneutische vraag aan de orde te stellen. Genoemde documenten geven belangrijke aanzetten voor een goede hermeneutische aanpak, maar geven slechts summier aan wat dit betekent voor ethische vraagstukken. Daarom wil ik proberen uit te werken wat deze aanpak betekent voor de ethiek.

De Bijbel als Gods Woord presenteert op veel manieren Gods wil en bedoeling om ons te veranderen in mensen die op Hem lijken. De Bijbelse openbaring moet niet alleen gekend worden, maar ook geleefd worden. Zoals TGC zegt: “Het doel van de Bijbel is om wijsheid in ons voort te brengen, een leven volledig onderworpen aan Gods werkelijkheid. Waarheid is daarom overeenstemming tussen ons hele leven en Gods hart, woorden en daden, door middel van het Woord en de Geest.” Een dergelijk leven omvat uiteraard ook ons spreken en handelen en de principes op basis waarvan we bepalen wat dit in concrete situaties betekent.

Het gezag van de Bijbel is het uitgangspunt. De Bijbel is het Woord van God (Matt. 19:4-5) en is blijvend geldig (Joh. 10:35). De Bijbel is hetgeen waardoor we leven (Deut. 8:3; Matt. 4:4). Het gaat in alle gevallen om waarheid, liefde en gehoorzaamheid (2 Joh.) en dit gaat dus ook over ons leven, ons spreken, ons handelen.

De Bijbel is hetgeen waardoor we leven

Onder het kopje hermeneutiek stelt TGC dat het ene evangelie ons in de Bijbel vanuit twee perspectieven wordt voorgesteld. Beide perspectieven kunnen worden weergegeven met een aantal kernwoorden:

  • Een heilshistorisch perspectief. Het evangelie wordt daarin weergegeven als “schepping, zondeval, verlossing, voltooiing.”
  • Een meer systematisch, samenhangend begrip van wat de Bijbel onderwijst. Het evangelie wordt daarin weergegeven als “God, zonde, Christus, geloof.”

Wat betekenen deze hermeneutische perspectieven voor de ethiek? Ik zie een aantal implicaties:

Het eerste, heilshistorische perspectief bepaalt ons bij een aantal belangrijke zaken. We moeten bedenken wat Gods bedoeling was met de schepping. We moeten dan denken aan het geheel van de schepping; dus niet alleen de mens, maar alle dingen. Een belangrijk voorbeeld daarvan is dat Jezus zelf verwijst naar de schepping van man en vrouw i.v.m. het huwelijk en de seksuele moraal. Dit perspectief zegt ons ook wat er fout ging door de zondeval (zie Gen. 3 en Rom. 1:18-32); de mens vervangt de verheerlijking van God door zichzelf in het middelpunt van alles te willen stellen en de plaats van God te willen innemen. De verlossing geeft aan hoe God Zijn doel bereikt en wat daarvoor nodig was en is. Dit wordt duidelijk in de hele geschiedenis van de verlossing, die begint vanaf Gen. 3:15 en voortgaat via Noach, Abraham, Israël, tot op de climax van Gods spreken en handelen in Jezus Christus, Zijn Zoon. Dit perspectief laat het doel van de verlossing uitkomen, namelijk een vernieuwde schepping. Daarin zal Hij alles en in allen zijn. Het kwaad zal voorgoed overwonnen en uitgebannen zijn. Hij zal bij Zijn volk wonen en zij zullen Zijn volk zijn, en God zelf zal bij hen zijn en hun God zijn (Openb. 21:3). Dit is de vervulling van een herhaaldelijk gegeven belofte in de Bijbel, ook al in het Oude Testament.

Dit perspectief laat ons zien wat Gods doelstelling was met de schepping en hoe deze naar Gods wil en tot Zijn glorie zou moeten functioneren. De verlossing en voltooiing laten zien hoe God dit doel bereikt en wat dit betekent voor het leven van ons mensen in overeenstemming met dit doel. Dit perspectief is historisch-descriptief en normstellend: de schepping vertelt hoe alles bedoeld is, de zondeval verklaart hoe de schepping verworden is, het Evangelie laat zien hoe God alles wil herstellen en de voleinding laat zien waar dit naartoe gaat. Dit betekent dat we uit dit perspectief principes voor de christelijke ethiek kunnen afleiden. De vraag die we dan in allerlei concrete situaties moeten stellen is: wat is in overeenstemming met het doel van God in de (her)schepping?

God wil zijn doel bereiken met Zijn schepping en wil daarvoor mensen gebruiken. Omdat wij zondige mensen zijn is het nodig dat wij eerst radicaal worden veranderd, vernieuwd en hersteld in onze relatie met God. Dat brengt ons bij het tweede perspectief, dat het evangelie weergeeft als “God, zonde, Christus, geloof”. Dit perspectief is meer systematisch-soteriologisch van aard. Het geeft namelijk aan dat het evangelie een krachtige, verlossende boodschap is die deze noodzakelijke verandering in ons bewerkstelligt. Het maakt het middel van de verlossing bekend, namelijk het plaatsvervangende werk van Christus en onze verantwoordelijkheid om dit in geloof te omhelzen (aldus TGC). Het laat zien hoe God er door het Evangelie zelf voor zorgt dat het gepresenteerde doel, de norm wordt gehaald: door Christus en het Evangelie, door de verzoening met God en het vernieuwende werk van de Geest in ons. De Geest maakt ons een met Christus. We sterven met Christus en staan op in een nieuw leven met Hem. Door het evangelie wordt de mens een nieuwe schepping (2 Kor. 5:14; Ef. 2:10), herschapen naar Gods beeld (Kol. 3:10; Ef. 4:24). Dit alles is mogelijk door Jezus Christus, door Zijn menswording, Zijn leven, lijden, dood, opstanding en hemelvaart. Ten diepste door Zijn zelfopofferende liefde (Filip. 2:5-11). De verandering die het evangelie geeft uit zich in geloof en in de navolging van Christus.

Dit laatste brengt ons opnieuw bij principes voor een christelijke ethiek. Hoe gaan wij persoonlijk in concrete situaties beantwoorden aan Gods doel? Door Christus te volgen! Als wij vergeving, verzoening en herstel ontvangen door het werk van Jezus Christus en Zijn zelfopofferende liefde willen wij deze liefde ook laten zien in de manier waarop we met allerlei ethische vraagstukken omgaan. Dit betreft de relatie met God, met elkaar en met de schepping.

We hebben ook in de ethiek beide perspectieven nodig, omdat ze geen tegenstelling vormen maar essentieel zijn voor het ene evangelie van Christus. Het eenzijdig benadrukken van een van deze twee perspectieven leidt tot een verwrongen aanpak. In het eerste geval leidt dit tot een collectivistische benadering gepaard met activisme (en soms wetticisme) die voorbijgaat aan de noodzaak van persoonlijke transformatie. We leggen dan regels op en proberen die krampachtig te handhaven. Het tweede geval leidt tot een beperking van de ethiek tot persoonlijke heiliging (of moralisme) met voorbijgaan van de noodzaak van publieke gerechtigheid en barmhartigheid. We leven zelf volgens een hoogstaande moraal en voelen ons daar heel goed bij, maar laten na om hiermee ook goed te doen in de samenleving. Het evangelie brengt deze dingen juist samen. Ik laat nu eerst zien hoe Paulus dit alles uiteenzet in zijn brief aan de Kolossenzen en zal dit dan illustreren aan de hand van enkele concrete voorbeelden.

Onderbouwing en illustratie aan de hand van de brief aan de Kolossenzen (1:13-23)
In deze brief, die Paulus samen met Timotheüs aan de gemeente van Kolosse schreef, komen al deze aspecten samen en worden ze ook praktisch toegepast. De brief is geschreven om de gelovigen in Kolosse aan te sporen om vast en gefundeerd te blijven in het evangelie en met Christus te wandelen. Daarbij wordt hun geloof geworteld en opgebouwd in Christus (1:23; 2:6-7).

De gelovigen in Kolosse hadden dit nodig omdat ze dreigden te worden beïnvloed door verkeerde opvattingen die met mooiklinkende redeneringen werden gepresenteerd (2:4). Het ging om een vreemde filosofie en inhoudsloze verleiding vanuit een menselijke, wereldse bron die haaks staat op het evangelie van Christus (2:8). Paulus geeft wat meer details in 2:16-23. Het ging waarschijnlijk om een mix van lokale folklore, heidense religie en Joodse gebruiken die resulteerde in allerlei menselijke bepalingen. Het evangelie zou dan niet voldoende zijn, want je zou ook moeten voldoen aan dergelijke voorschriften en bepalingen. Dit doet af aan het unieke van het evangelie van de verlossing door Christus alleen.

Daarom benadrukt Paulus de radicale verandering door het evangelie, ‘het Woord van de waarheid’ (1:5). Het evangelie geeft een radicale verandering die niets minder is dan de overgang van de macht van de duisternis naar het Koninkrijk van de Zoon van Gods liefde. Daar hebben we heel persoonlijk deel aan door de verlossing, de vergeving van de zonden (1:13-14).

Dit brengt Paulus tot een lofzang op de Zoon van Gods liefde in 1:15-20. Door te bedenken en te bezingen wie Jezus Christus is, plaatst hij onze persoonlijke verlossing in het veel wijdere heilshistorische perspectief van schepping naar voltooiing (dus het eerste perspectief).

Want wie is Jezus Christus onze Heere en de Zoon van God? Hij is het Beeld van de onzichtbare God (1:15a; zie ook Heb. 1:3a; Joh. 1:18). Hij laat zien wie God is omdat Hij zelf God is (zie ook Joh. 14:8-11). Christus is ook de Schepper; de Eerstgeborene van heel de Schepping (1:15-16). Alle dingen zijn
geschapen door Hem, of in Hem (zie ook Joh. 1:3; 1 Kor. 8:6; Heb. 1:2). Dit omvat alle dingen die in de hemelen en die op de aarde zijn: de hele kosmos, het universum; alle zichtbare (materiële) en onzichtbare (immateriële) dingen. Ze zijn niet alleen door Hem geschapen maar ook voor Hem! Christus is het begin en het einde. Alle dingen bestaan tezamen door Hem. Hij is volstrekt uniek.

Christus is het begin van de nieuwe werkelijkheid. Hij is de grondlegger, en dus ook de garantie dat die werkelijkheid er komt.

Hij is ook het hoofd van de gemeente, Zijn lichaam. Hij is de Eerstgeborene uit de doden (1 Kor.15:20; Openb. 1:5). Hij is het begin van de nieuwe toekomstige (eschatologische) werkelijkheid. Hij is de grondlegger, en dus ook de garantie dat die werkelijkheid er komt. We zien dit nu al door de gemeente (Ef. 3:10). Het is de wil van de Vader dat in Hem heel de volheid wonen zou (1:19, 2:9).

Paulus schetst dit heilshistorische perspectief om de Kolossenzen ertoe te brengen zich uitsluitend te richten op Christus en op het ‘wandelen in Hem’ (2:6-7) en op wat dit in de praktijk betekent (3:54:6).

Dat kan niet zomaar: er is verzoening nodig! Waarom? Omdat de mens in opstand is gekomen tegen God en daarmee heel de schepping heeft meegetrokken. Maar er is verzoening en herstel. Er is vrede door het bloed van het kruis; door het bloed van Christus zelf!

Deze vrede krijgt een wereldwijde toepassing (zie Jes. 52:6-1) en deze verzoening omvat ook de schepping (zie ook Rom. 8:19-22). Dit herstel en deze vernieuwing omvat de relatie van mensen tot God, tussen mensen onderling en tussen de mens en de schepping. Dat is de diepe en wijde betekenis van het evangelie, van wat God gedaan heeft door de dood en opstanding van Zijn Zoon Jezus Christus.

Maar Paulus laat het niet bij dit heilshistorische perspectief, want dan zou de vraag open blijven staan hoe wij hierin kunnen participeren. Door ook het tweede perspectief in te brengen, laat Paulus zien hoe wij deel uit kunnen maken van Gods heilshistorie.

Daarom komt Paulus nu weer terug bij het persoonlijke aspect. Het goede nieuws is er voor mensen die vervreemd waren van God en Hem vijandig gezind waren en daarom zonder hoop. Zij kunnen delen in deze verzoening door het kruis, met als allesomvattend doel om heilig, smetteloos, onberispelijk voor God geplaatst te worden (1:21-23; zie ook 2:28). Deze opmerking wijst op het uiteindelijke oordeel dat God zal voltrekken (vgl. Hand. 17:30-31). Gelovigen hebben echter niets van dat oordeel te vrezen want door Christus wordt het beeld van God hersteld in mensen (zie 3:10; Ef. 4:24). Dat gebeurt door Christus, die het beeld is van God in Zijn zelfopofferende liefde. Daarom roept Paulus zijn lezers op om dan wel standvastig te blijven in de hoop van het evangelie (v23).

Zij mogen dat doen samen met al de heiligen in de gemeente van Christus. Want Hij is het Hoofd van de gemeente, waarin Hij woont (vgl. Ef. 3:18-19). Paulus drukt dit in 1:27 heel krachtig uit: “Christus onder u, de hoop op de heerlijkheid.” We mogen dit ook vertalen met “Christus in u.” Het woord“ u” staat hier in het meervoud. Gelovigen mogen daarom leven vanuit de eenheid met Christus (2:6-10).

Dat brengt ons weer bij de ethiek. Paulus geeft de toepassing op basis van beide perspectieven. Onze diepste motivatie is geworteld in het eerste perspectief: in het bedenken van de dingen die boven zijn, waar Christus is, die geopenbaard zal worden en wij met Hem (3:1-4). Door het evangelie zijn we nieuwe mensen (het tweede perspectief) en dat komt openbaar in ons leven. Dat betekent de doodsteek voor ons oude leven (3:5-9). We “worden met de nieuwe mens bekleed” (3:10,12). Deze uitdrukking betekent dat de verandering door het evangelie zichtbaar wordt in ons leven. Het is niet alleen iets voor de binnenkant, maar ook juist voor de buitenkant. Dat komt op allerlei manieren openbaar. Allereerst in ons persoonlijk leven en in de manier waarop we met elkaar omgaan (3:12-17). Dit komt tot uiting in maatschappelijke verbanden zoals die van het huwelijk, het gezin en de samenleving en wordt zichtbaar naar de wereld om ons heen (3:18–4:6).

Hoe dit op ons van toepassing is, kunnen we illustreren aan de hand van enkele actuele voorbeelden.

Enkele voorbeelden

Onze omgang met de aarde en ons milieu
God heeft alles geschapen wat er is en Christus houdt het heelal in stand door het woord van zijn macht (Kol. 1:17; Heb. 1:3). De mens heeft het mandaat gekregen om voor de schepping te zorgen. De intrede en aanwezigheid van de zonde heeft ook de schepping aangetast. Christus houdt echter de schepping in stand, en dit blijkt uit de vaak opmerkelijke veerkracht van de natuur tegen de schadelijke invloeden veroorzaakt door ons nadelig of zondig handelen. Uiteindelijk geeft God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dit zal de plaats zijn waar gelovigen zullen wonen na hun (lichamelijke!) opstanding. Het eerste perspectief geeft dit bemoedigende uitzicht. Maar wat betekent dat concreet voor ons? Als dit alles is, kan dit ons ertoe brengen om krampachtig via
regelgeving te proberen de schepping te herstellen (tegengaan van vervuiling, van de uitstoot van broeikasgassen enz.). We kunnen de overtuiging koesteren dat wij verantwoordelijk zijn voor het scheppen van een perfecte wereld hier en nu. En voordat we het weten, blijven we zelf buiten schot en heeft dit alles geen effect. Of extreme regelgeving doet geen recht aan het geestelijk en maatschappelijk welzijn van groepen mensen en zorgt weer voor ander onrecht. Er is dus meer nodig.

De verandering die Christus door het evangelie in onze harten teweegbrengt, zal ook onze persoonlijke houding ten opzichte van de schepping omvatten (het tweede perspectief), omdat we beseffen dat dit Gods schepping is. De zorg die wij tonen voor de medemens en ook voor de schepping als geheel wijst op het werk van Christus die Zijn schepping in stand houdt en op Gods doel van de vernieuwing van alle dingen tot zijn glorie. We laten de gevende liefde van Christus zien in de manier waarop we zelf met Zijn schepping omgaan. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat we als christenen ons niet laten verleiden tot ongebreideld consumentisme en ongelimiteerde economische groei. De christelijke bereidheid tot zelfopoffering zal een belangrijke bijdrage zijn aan een constructieve dialoog over deze complexe problematiek.

Onze houding ten opzichte van nationalisme en racisme
De schepping vertelt ons dat wij allen – zowel man als vrouw – naar het beeld van God zijn geschapen. Dit omvat ook tal van andere aspecten van de verscheidenheid tussen mensen, zoals verschillen in karakter, huidskleur enz. Door de zondeval is het beeld deels vernietigd (d.w.z. onze
relatie met God) en deels beschadigd en als gevolg daarvan heeft de zonde een rampzalig effect op menselijke relaties. In Christus worden mensen tot een nieuwe schepping gemaakt. In Christus is redding beschikbaar gemaakt voor mensen zonder onderscheid (Kol. 3:10; Gal. 3:28). Bij de voleinding zal een menigte uit alle naties, stammen, volken en talen verenigd zijn in de aanbidding van God en het Lam (Openb. 7:9-10). Dit alles vinden we vooral in het eerste, heilshistorische perspectief. Maar als dit het enige aspect zou zijn, blijft onze persoonlijke houding en betrokkenheid buiten beeld. Dat kan leiden tot collectivistische benaderingen en algemene regels. Dit kan betekenen dat we uitsluitend de nadruk leggen op de collectieve schuld van blanke overheersers en regels om het anders te gaan doen. Maar dan blijven we zelf buiten schot. Hoe zit het dan met verzoening en een wezenlijke verandering van onze houding en gedrag? Daarom moeten we het tweede perspectief verdisconteren.

Christus werkt door de bediening van het evangelie naar dit uiteindelijke doel toe. Wanneer mensen door het evangelie worden veranderd en met Christus worden verenigd, verandert dit ook hun relaties met andere mensen ingrijpend. Dit is de uitwerking van het tweede perspectief. We beseffen dan dat we allen zonder onderscheid Gods vergevende en vernieuwende genade nodig hebben en mogen ontvangen in Christus. We kunnen elkaar dan zonder onderscheid waarderen als kinderen van God met onze eigen verschillende kwaliteiten en gaven als leden van het lichaam van Christus. Dit houdt ook in dat we nu allerlei mensen zonder onderscheid in de kerk verwelkomen en in de maatschappij in harmonie willen samenleven.

Er is daarom absoluut geen plaats voor bekrompen nationalisme of racisme. Dit verstaan van het evangelie impliceert een radicaal afwijzen van alle vormen van racisme.

Tegelijk is een benadering die verschillen tussen mensen ontkent of probeert te verwaarlozen, of dergelijke verschillen in postmoderne zin relativeert, ook in strijd met het evangelie dat de door God gegeven verscheidenheid viert.

Conclusie
Deze evangeliecentrische benadering stelt Christus en het evangelie centraal en niet de mens of de cultuur. Het gaat om wat God door Christus voor ons heeft gedaan, in ons doet en door ons doet. Dit heeft gevolgen voor ethische, maatschappelijke en politieke onderwerpen. Daarom is er een wezenlijke, organische relatie van allerlei vraagstukken met het evangelie.

Laad meer
Laden