×

‘Het spijt me,’ herinner ik me dat mijn vader zei. ‘Het spijt me, en ik houd van je.’

Hij zei er niet bij waar hij spijt van had. Hij zei niets over de handvormige blauwe plekken waarvan ik de kloppende pijn omhoog en omlaag voelde gaan op mijn kleine 11-jarige lichaam. Hij leek niet te begrijpen hoe bang en van slag ik was. Maar het was de eerste keer ooit dat ik mijn vader sorry hoorde zeggen, en de opluchting die het bracht voelde als regen na droogte.

In mijn achterhoofd zei een klein stemmetje: Vertrouw dit niet. Hij verontschuldigt zich alleen omdat mama heeft gedreigd het aan dominee Jim te vertellen. Ik negeerde die stem. Ik verdrong mijn twijfels. Ik had zo lang gebeden dat papa zou veranderen. Ik had geprobeerd een goede dochter te zijn die hem zou herinneren aan Jezus.

Zijn verontschuldiging, hoe vaag ook, was hoopvol en een teken dat God aan het werk was. Of niet dan?

De wreedheid van onoprecht berouw

Ongeveer een tiental jaren zouden voorbijgaan voordat ik mijn vader zich nog eens zou horen verontschuldigen. In eerste instantie ging ik er niet vanuit dat hij het oprecht bedoelde. Tegen die tijd had ik al aan de bel getrokken. Ik had onze dominee alles verteld. Hij stond onder kerkelijke tucht. Zijn huwelijk stond op instorten. Liegen zou hem niets opleveren, of wel?

En toen gebeurde er iets vreemds. Toen ik mijn verhaal begon te delen met dominees, familie en vrienden, begon mijn vader te bekennen en zich te verontschuldigen voor de dingen die hij had gedaan. Maar weken of zelfs dagen later zou hij beweren dat hij zich er niets van kon herinneren. Hij zou zeggen dat hij zich niet kon herinneren me te hebben geslagen, me van de trap te hebben gegooid, of zijn eerdere verontschuldigingen voor die gebeurtenissen. Hij kon zich zijn seksueel getinte opmerkingen niet meer herinneren, dat hij een mes naar me had gegooid of had gedreigd me te zullen neerschieten. Hij zou zich verontschuldigen, en het dan terugnemen. Het zich herinneren, en dan beweren het te zijn vergeten. Dit patroon herhaalde zich gedurende een jaar steeds opnieuw, totdat het voelde alsof ik mijn verstand verloor.

‘Ik weet niet wat ik ervan moet denken,’ vertelde ik hem op een dag aan de telefoon. Bij elkaar gekropen op de keukenvloer, sprak ik tussen het snikken door. ‘Ik moet óf geloven dat je gestoord bent en niet wist wat je deed, óf je bent slecht en je wist heel goed wat je deed.’

‘Ik ben niet gestoord,’ reageerde hij kalm. ‘Je zult gewoon moeten accepteren dat ik slecht ben.’

Berouw analyseren

Ik heb veel ervaring in omgaan met mensen zonder berouw: meerdere misbruikers verspreid over twee decennia kindermisbruik, huishoudelijk geweld, en seksueel misbruik. Dit alles werd versterkt en verergerd door psychisch misbruik, dat doorging tot in mijn dertiger jaren. Vanwege mijn verleden heb ik wat praktische wijsheid geleerd. Vanwege mijn geloof heb ik me tot de Bijbel gewend voor raad om onoprecht berouw van echt berouw te onderscheiden.

Er zijn koppige zondaars die weigeren spijt te betuigen, leugenaars die beweren spijt van iets te hebben terwijl dat niet zo is, en hypocrieten die misschien werkelijk geloven dat iets ze spijt, maar een gebrek hebben aan invoelingsvermogen of een Bijbels begrip van berouw. Dus, wat zijn kenmerken van echt berouw? Hier zijn acht kenmerken die ik heb geleerd van het leven en van Gods Woord.

1. Een berouwvol persoon is geschokt door de zonde

Van streek door wat ze hebben gedaan, verootmoedigen ze zichzelf. Ze hebben verdriet vanwege de pijn die ze hebben veroorzaakt, diep overtuigd van hun zonde. Zoals ook de profeet klaagde in Jesaja 6:5, ‘Wee mij, want ik verga! Ik ben immers een man met onreine lippen en woon te midden van een volk met onreine lippen’.

2. Ze maken het goed

In Lucas 19:1-10 lezen we het verhaal van Zacheüs en de vrijgevigheid die hij liet zien als behorend bij zijn bekering. Als tollenaar, dief en onderdrukker van Gods volk maakte Zacheüs het goed: ‘Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik aan de armen, en als ik van iemand iets heb afgeperst, geef ik dat vierdubbel terug’ (v.8). En Jezus bevestigde de echtheid van het berouw van Zacheüs: ‘Heden is dit huis zaligheid ten deel gevallen’ (v.9).

3. Ze accepteren de consequenties

Een oprecht berouwvol persoon zal de consequenties accepteren. Dit houdt misschien in dat je het vertrouwen van anderen verliest, een gezaghebbende functie moet opgeven, of je moet onderwerpen aan wereldlijke instanties, zoals rechtsvervolging. Toen de dief aan het kruis tot inkeer kwam, zei hij tegen zijn metgezel, ‘Vreest zelfs u God niet, nu u hetzelfde vonnis ondergaat?… [W]ij ontvangen straf overeenkomstig wat wij gedaan hebben’ (Lucas 23:40-41). En Jezus sprak toen over zijn bekering en verzekerde hem van zijn redding: ‘Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn’ (Lukas 23:43).

4. Ze verwachten of eisen geen vergeving

Vaak werd me door mijn misbruiker gezegd, ‘Als je mij niet vergeeft, dan vergeeft God je niet.’ Maar deze dreigende houding duidt op onoprecht berouw. Het is liefdeloos, manipulatief, en het impliceert dat de overtreder de ernst van wat diegene heeft gedaan niet accepteert of begrijpt. Toen Jakob Ezau benaderde en spijt betuigde, verwachtte hij geen genade, en al helemaal geen barmhartigheid. In Genesis 32 lezen we dat Jakob ‘erg bevreesd’ werd en ‘het benauwde hem’ (v.7). Hij verwachtte een aanval (v.12) en beschouwde zichzelf de goedgezindheid niet waard (v.11). Jakob rekende zo op vergelding dat hij zich scheidde van zijn vrouwen, kinderen en dienaren, zodat Ezaus woede hen niet zou treffen.

5. Ze voelen de diepte van de pijn die ze hebben veroorzaakt

Een berouwvol persoon zal niet proberen dat wat hij of zij heeft gedaan te minimaliseren, relativeren, of er excuses voor te bedenken. Ze zullen niet wijzen naar al hun goede daden alsof deze goede daden op een of andere manier zwaarder wegen dan de slechte daden, of deze kwijtschelden. Ze zullen zelfs hun ‘rechtvaardige daden’ zien als ‘bezoedeld kleed’ (Jes. 64:6). Ze zullen het de benadeelde partij niet kwalijk nemen dat ze gekwetst is of boos. Ze zullen hun slachtoffers of andere mensen niet de schuld geven voor het zondigen. In plaats daarvan nemen ze verantwoordelijkheid, erkennen de schade die ze hebben aangericht en tonen spijt.

6. Ze veranderen hun gedrag

Een echt berouwvol persoon zal beseffen dat hij of zij God nodig heeft om zijn of haar hart te heiligen. Ze zullen er proactief aan werken om hun gedrag te veranderen en stappen nemen om zonde en verleiding te vermijden. Het kan beteken dat je naar een therapeut of afkickkliniek gaat. Het kan betekenen dat je vrienden, dominees of justitie erbij betrekt voor toezicht en aansprakelijkheid. Denk aan het sterke contrast tussen kerkvervolger Saulus vóór zijn bekering en ná zijn bekering. Handelingen 9 zegt ons dat ook al waren sommige christenen begrijpelijkerwijs terughoudend in hun vertrouwen van Saulus, wel was zijn karakter al drastisch veranderd.

7. Ze geven ruimte voor genezing

De vrucht van de Geest is onder andere geduld, vriendelijkheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Gal. 5:22-23). Deze zullen steeds zichtbaar zijn bij een echt berouwvol persoon. Ze zullen geen aanspraak maken op vertrouwen of aanvaarding. In plaats daarvan zullen ze nederig zijn, bescheiden en bereid om hun eigen wensen en behoeften op te offeren voor het belang van de gekwetste partij. Ze zullen geen druk uitoefenen om op te schieten, je eroverheen te zetten of het los te laten. Ze zullen je wantrouwen begrijpen, je verdriet erkennen, en de grenzen die je hebt aangegeven respecteren.

Als misbruiker hebben zij hun zonde meer liefgehad dan jou. Als een berouwvol zondaar, zullen ze jou meer liefhebben dan hun trots en zonde.

8. Ze zijn diep onder de indruk van vergeving

Als iemand het gevoel heeft dat hij of zij recht heeft op vergeving, dan waarderen ze vergeving niet. Toen Jakob vergeving van Ezau ontving, was hij zo verbaasd dat hij huilde: ‘Want ik heb uw aangezicht gezien alsof ik het aangezicht van God zag, en u bent mij goedgezind geweest’ (Gen. 33:10). Jakob realiseerde zich dat vergeving een goddelijk wonder is, een beeld van de Messias, en een teken van Gods genade. Ook al hadden Jakob en Ezau elkaar al veertig jaar niet gesproken, Jakob wist dat God Ezau in staat had gesteld om hem, door genade, te vergeven.

Berouw en vergeving zijn van God

Wanneer deze acht kenmerken van berouw echt aanwezig zijn, dan zijn we gezegend. Onze aanklager heeft het kwaad achter zich gelaten, en de God van vrede is verheerlijkt. Maar wat doen we als deze kenmerken niet zichtbaar zijn? Wat doen we wanneer iemand liegt over zijn spijt om de consequenties te vermijden? Wat doen we wanneer onze welwillendheid wordt gebruikt als een kans om ons weer pijn te doen?

Gedurende meer dan dertig jaar smeekte ik God om mijn misbruikende vader tot inkeer te laten komen. In plaats daarvan verhardde hij, net als de Farao, alleen maar zijn hart. Zijn schijnbare veranderpogingen bleken een strategie om opnieuw kwaad te kunnen doen. Mijn eigen liefde en vertrouwen werden ingezet als wapen om mij te verraden.

Uiteindelijk moest ik accepteren dat mijn vader niet beter wilde worden. En hoeveel ik ook van hem hield en wilde dat hij zich zou bekeren, zou veranderen, een goede vader zou worden, mij zou liefhebben en Jezus zou liefhebben, uiteindelijk is redding Gods werk en ik kon mijn vader niet repareren. Soms is het meest liefdevolle wat we voor iemand kunnen doen, hen niet meer de kans geven om ons pijn te doen.

Nieuwsbrieven

Blijf op de hoogte

Laad meer
Laden