×

Vijf puriteinse perspectieven op het gebed

Het gebed vormt de hartslag van ons geloof. Johannes Calvijn noemde het ‘een gesprek met God’ en zelfs een ‘intiem gesprek met God’. In het gebed praten we terug naar Hem. We bidden in geloofsvertrouwen, ervan overtuigd dat Hij hoort en antwoordt.

Toch is ons gebedsleven altijd in ontwikkeling en moeten we voortdurend nadenken over de betekenis en praktijk van het gebed. In een tijd waarin de afleidingen enorm zijn, hebben we opvattingen over het gebed nodig die ons eraan herinneren wat het gebed nu precies is en waarom het zo belangrijk is. De puriteinen zijn in dat opzicht heel behulpzaam. Ze spreken veel over het gebed – over de theologische basis eronder en over het belang van een op God gericht leven in de praktijk. We kunnen dan ook veel van hen leren.

In dit artikel noemen we slechts vijf van de vele nuttige visies van puriteinse schrijvers op het gebed.

1. Bid nederig
Wanneer we God aanspreken en ons gebed beginnen, zijn we ons bewust van wie Hij is en wie wij zijn. We richten ons als zondige mensen tot onze heilige God. We hebben Zijn wetten geschonden en missen Zijn heerlijkheid (Rom. 3:23). John Udall drong er dan ook op aan: ‘Het is nodig dat Gods kinderen hun gebed tot God beginnen met een openhartige belijdenis van hun zonden (Ps. 32:5). Door de belijdenis van onze zonden worden we nederiger en zijn we beter voorbereid om te bidden.’ Nederig vragen we om Gods vergeving in Jezus Christus, zodat we kunnen leven zoals God van ons verlangt. We moeten dagelijks onze zonden belijden in het gebed.

2. Bid bij aanvechtingen
De zonde teistert ons, net als andere zorgen, lijden en moeilijkheden in ons leven doen. Wat ons ook overkomt, we bidden. Vincent Alsop stelde op basis van Jakobus 5:13: ‘Het gebed in aanvechtingen getuigt ervan dat we geloven dat onze God goed en genadig is in deze omstandigheden – dat Hij ons kan ondersteunen, ons er veel goeds uit kan geven en ons ervan kan bevrijden.’ Het gebed in aanvechtingen weerspiegelt ons vertrouwen dat God goed en genadig is. Hij zal ons niet beschamen. Hij ondersteunt ons en leidt ons op onverwachte manieren door moeiten. Dit geloof komt in onze gebeden tot uiting. We bidden in geloof vanuit de overtuiging dat ‘de rechtvaardige veel ellende heeft, maar dat de HEERE hem uit dat alles redt’ (Ps. 34:19). Bid te midden van alle aanvechtingen.

3. Bid tot eer van God
We bidden onder alle omstandigheden van het leven. We bidden omdat we weten dat God met ons is en dat Hij de bron is van alle zegeningen. We danken en erkennen Hem in alles tot Zijn eer. Matthew Henry schreef: ‘Alles wat we eten en iedere druppel die we drinken, is genade. Elke stap die we zetten en elke ademteug is genade. Daarom hebben we reden om ze met dankbaarheid en tot eer van God als Zijn genadegaven te erkennen.’ Koning David loofde God: ‘Van U, HEERE, is het Koninkrijk, en U hebt Zich verheven tot een Hoofd boven alles… Nu dan, o onze God, wij loven U en prijzen Uw luisterrijke Naam.’ (1 Kron. 29:11, 13).

Het grote doel van ons leven is om God te erkennen als de Bron van alle zegeningen. In ons gebed leggen we alles aan Hem voor en loven en danken we Hem voor Zijn genade.

4. Bid met geduld
Ooit hoorde ik een preek met als onderwerp ‘Waarom haast God Zich niet?’. We vragen het ons af. We bidden en bidden maar en het lijkt wel alsof er geen antwoord komt. Ons geloof begint misschien te flakkeren als een kaarsje dat bijna uitgaat. Maar, zo betoogde Arthur Hildersham, ‘We mogen er zeker van zijn dat de Heere hoort en dat Hij elk gebed dat wij opzenden in aanmerking neemt. Hij zal ons dus zeker op het juiste moment een genadig antwoord geven’. Het juiste moment is Zijn moment. God hoort en antwoordt, maar wel op het moment dat Hij kiest. En Zijn timing is beter dan de onze. Ondanks ons onrustig wachten, kunnen we erop vertrouwen dat God antwoordt wanneer Hij wil. Dit is onze troost, want Hij wil ons genadig zijn. De psalmist zei daarover: ‘De HEERE is genadig en barmhartig’ (Ps. 111:4; 145:8).

Onze gebeden verdwijnen niet in een lege ruimte. Ze worden gehoord en liggen open voor onze genadige God,

5. Bid met verwachting
We bidden omdat we ervan overtuigd zijn dat God hoort. Hij is niet ver weg en ongeïnteresseerd, maar dichtbij en vol aandacht. Paul Baynes schreef: ‘Laten we hier zeker van zijn: Hij verzamelt onze tranen in Zijn fles, bewaart onze gebeden en legt die voor Zich neer.’ Stel je voor: God bewaart onze tranen in Zijn fles (Ps. 56:8)! Onze gebeden verdwijnen niet in een lege ruimte. Ze worden gehoord en liggen open voor onze genadige God, Die ze onthoudt. Onze gebeden zijn kostbaar voor Hem en worden als tranen in een fles bewaard. Hij heeft een ‘gedenkboek’ dat is gevuld met onze gebeden. We kunnen er zeker van zijn dat God hoort en zal antwoorden.

Deze vijf perspectieven komen overal in puriteinse geschriften terug, maar vormen nog maar het topje van de prachtige inzichten en wijsheden die over dit onderwerp te vinden zijn. Mocht je naast de geciteerde passages nog andere puriteinse opvattingen willen verkennen, dan raad ik deze puriteinse klassiekers aan: John Bunyan, Prayer; Thomas Goodwin, The Return of Prayers; Matthew Henry, A Method for Prayer, en Robert Hill, The Pathway to Prayer and Piety.

Het gebed is voor christenen vandaag nog even cruciaal als het was voor gelovigen van 400, 800 en 1200 jaar geleden. Laten we van onze voorgangers in het geloof leren hoe we deze kernactiviteit van het christelijk leven op zijn juiste waarde kunnen schatten.

Vertaald door Pieter Beens

Meest gelezen

Nieuwsbrieven

Blijf op de hoogte

Laad meer
Laden