×

Lezen: Lucas 15:4, 7, 8, 10, 24 en 32

Al vragen zij niet naar mij, toch laat ik me raadplegen,
en al zoeken ze mij niet, toch laat ik me vinden.
Jesaja 65:1

De hele gelijkenis door is er sprake van een wonderlijke mengeling van activiteit en passiviteit. Zowel het schaap als het muntje dat gezocht en gevonden wordt – passief –, vergelijkt Jezus met iemand die – actief – tot inkeer komt. Niemand is actief op zoek naar de jongste zoon, maar als die tot inkeer komt en terugkeert, zegt zijn vader dat hij ‘gevonden’ is.

‘Wie naar Jezus zoekt en gevonden wordt, vindt vreugde in de schatten van de hemel, bij onze God’ (Peter Dijkstra, Verborgen rijkdom, Sela Music 2013).

Dat is het geheim van Gods verkiezing. Iedereen is zelf verantwoordelijk om in God te geloven en Jezus als Heer te aanvaarden, en op hetzelfde moment volledig aangewezen op Gods genadige aanvaarding. Gods verkiezing geeft, als ze goed wordt begrepen, nooit aanleiding tot passiviteit, zoals de oproep tot geloof en bekering, als ze goed wordt begrepen, nooit aanleiding geeft tot enig vertrouwen op eigen kracht.

In het derde verhaal wordt – ook al zo eigenaardig – helemaal niet gezocht. Waarom niet?

In het derde verhaal wordt – ook al zo eigenaardig – helemaal niet gezocht. Waarom niet? Zo confronteert Jezus zijn luisteraars met hun grove nalatigheid. Als die woedende, moralistische oudste zoon zich ook maar iets had aangetrokken van het liefdevolle hart van zijn vader, zou híj zijn broertje gezocht en thuisgehaald hebben! De overeenkomst tussen de morrende farizeeën en de oudste zoon is treffend, en staat in schril contrast met de zoekende zondaarsliefde van oudste Zoon Jezus.

Zingen: Liedboek 16

Noot van de redactie: 

Ga naar het overzicht van alle artikelen in de serie 30 x Lucas 15.

Met toestemming van de uitgever overgenomen uit: Bijbels Dagboek 2015 (De Vuurbaak 2014).

Meest gelezen

Nieuwsbrieven

Blijf op de hoogte

Laad meer
Laden