Ga naar het overzicht van alle artikelen in de serie 30 x Lucas 15.
Met toestemming van de uitgever overgenomen uit: Bijbels Dagboek 2015 (De Vuurbaak 2014).
Lezen: Lucas 15:25-32
Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan.
Lucas 15:28a
Als het feest begint is de oudste zoon nog aan het werk op het land. Dat typeert hem, plichtsgetrouw als hij is. Maar goed, als enig overgebleven erfgenaam is het dan ook zijn eigendom waarvoor hij werkt. En voor wat hoort wat, nietwaar? Dat denken in termen van prestaties en verdiensten past hem wel. Sinds zijn lichtzinnige broertje met de noorderzon én een vermogen op zak vertrokken is, is er vooral hard gewerkt.
Voor wat hoort wat, nietwaar? Denken in termen van prestaties en verdiensten past de oudste zoon wel.
Het is geen wonder dat hij eerst wil weten wat er aan de hand is als het feestgedruis hem al bereikt voordat hij goed en wel thuis is. Het verbaast niet dat hij in woede uitbarst als hij verneemt dat zijn vader het gemeste kalf geslacht heeft omdat hij zijn verloren gewaande zoon gezond en wel heeft teruggekregen. Een feest, ben je nu helemaal?! Een pak slaag en wegwezen! Die taal zou hij hebben verstaan, maar dit? Nu krijgt die verkwister wat hém toekomt: zijn kleed, zijn ring, het gemeste kalf, een feest…
Een feest, ben je nu helemaal?! Een pak slaag en wegwezen! Die taal zou hij hebben verstaan, maar dit?
De oudste zoon is furieus! Kunnen wij daar niet heel goed inkomen? Dit druist toch in tegen ieders gevoel van rechtvaardigheid? De plichtsgetrouwe oudste zoon voelt zich achtergesteld en verraden door z’n vader. De even plichtsgetrouwe luisterende farizeeërs hebben hetzelfde gevoel als ze zien hoe Jezus zondaars ontvangt en met hen eet. Met zijn handelen als de vader pretendeert Jezus dé Vader te representeren. Daar zit voor zijn luisteraars een forse terechtwijzing in opgesloten.
Genade vóór recht. Feest je mee?
Zingen: Liedboek 33