×

Verzoening opnieuw integreren in zending

Na een lange reisdag over een stoffige bergweg liepen een plaatselijke voorganger en ik eindelijk richting zijn dorp. Hij beschreef hoe het evangelie twee decennia eerder voor het eerst naar dit afgelegen gebied kwam. Zijn ouders waren toegewijde volgelingen van hindoegoden geweest, maar dat veranderde toen ze geen kinderen konden krijgen. Ze probeerden van alles om de geesten, die zij als de bron van het probleem zagen, gunstig te stemmen, maar niets hielp. Uiteindelijk hoorden ze van een christen in een naburig dorp dat ze Jezus moesten vragen hen te helpen omdat Hij machtiger is dan de hindoegoden. De ouders baden, werden zwanger en kregen een zoon. Als gevolg daarvan gaven ze hun vertrouwen aan Jezus.

In de loop der jaren heb ik veel van dit soort verhalen gehoord, maar wat me opviel was wat de pastor vervolgens zei.

Hoewel zijn ouders zich identificeren als volgelingen van Jezus, begonnen ze pas onlangs de betekenis van Jezus’ kruisdood te begrijpen. Voor hen was Jezus vooral een god die machtiger was dan de andere goden. Maar als je hen zou vragen waarom Jezus voor hen stierf, zouden ze niet eens een eenvoudig antwoord kunnen geven. Ze wilden Jezus volgen vanwege de macht die Hij hun kon geven over ziekte en geesten. Maar als Jezus genezing en kracht kan geven vanwege wie Hij is, waarom moest Hij dan sterven aan het kruis?

Voor zendelingen in contexten als deze is er een verwante vraag: Hoe moeten we het evangelie verkondigen in een cultuur die gedomineerd wordt door angst en macht? Meer specifiek, hoe moeten we de verzoening uitleggen?

Gevaar van reductionisme
De laatste jaren is er een groeiende nadruk op het contextualiseren van de verzoeningsleer in verschillende culturen. Velen hebben benadrukt dat de verzoening is als een diamant met vele facetten die schittert met een unieke pracht, afhankelijk van je perspectief. Even veelzijdig als de zonde en haar gevolgen, is het werk van Christus aan het kruis: het pakt alle problemen aan die door de zonde worden veroorzaakt. De verzoening biedt niet alleen vergeving van zonden voor de schuldigen; zij geeft ons de overwinning over zonde, Satan en dood en verlost ons van onze schaamte voor God en anderen.

Bovendien beweren sommige missiologen dat westerse theologen de boodschap van het evangelie hebben versmald door zich alleen te richten op verzoening door plaatsvervangend straflijden, waardoor de verzoening tot slechts één dimensie wordt gereduceerd.

Toegegeven, er zijn in de loop van de kerkgeschiedenis tijden geweest waarin de verzoening gereduceerd werd tot slechts één theorie of model, vooral wanneer polemieken de overhand hadden. In de 20e eeuw reageerden bijvoorbeeld veel theologen op C. H. Dodd’s herformulering van Gods toorn en daarmee de afwijzing van de verzoening door plaatsvervangend straflijden. Degenen die de traditionele verzoeningsopvatting verdedigden, zoals Leon Morris, gaven toe dat de reactie zo gericht was op dit ene aspect dat het resulteerde in een functioneel reductionisme. De andere metaforen van de verzoening werden bevestigd door degenen die vasthielden aan plaatsvervangend straflijden, maar in de praktijk werden ze op een zijspoor gezet.

Ook vandaag de dag moeten zendelingen die het plaatsvervangend straflijden hoog in het vaandel hebben staan ervoor waken om de verzoening tot slechts één dimensie te reduceren. Het erkennen van de vele facetten van de verzoening stelt ons in staat om de volle glorie te verkondigen van wat Christus aan het kruis heeft bereikt. Deze multidimensionale realiteit stelt evangelisten in staat om de waarden en belangen van verschillende groepen aan te spreken, wat ons de gelegenheid geeft om het evangelie te contextualiseren.

De verzoening contextualiseren
Een boek dat zendelingen hierbij probeert te helpen is ‘The 3D Gospel’ van Jayson Georges. Het legt de drie belangrijkste verzoeningstheorieën uit die door de kerkgeschiedenis heen erkend zijn: losprijs, genoegdoening en plaatsvervangend straflijden. Georges benadrukt dat we alle drie de aspecten nodig hebben om de veelzijdige glorie van het evangelie volledig te begrijpen. Hoewel hij beweert dat we het evangelie niet moeten beperken tot slechts één dimensie van de verzoening van Christus, kan zijn 3D-model voor contextualisering ertoe leiden dat praktijkmensen juist deze fout maken.

Ook vandaag de dag moeten zendelingen die de strafrechtelijke plaatsvervanging hoog in het vaandel hebben staan ervoor waken om de verzoening tot slechts één dimensie te reduceren

Georges stelt dat mensen in verschillende contexten waarschijnlijk een van deze verzoeningsmetaforen beter begrijpen dan de andere. Daarom moeten zendelingen de cultureel meest plausibele verkondigen. In een angst/macht-context (d.w.z. een context die gedomineerd wordt door traditionele religie en de angst voor geestelijke machten) moeten we de verzoeningsmetafoor van losprijs of Christus Victor prediken, die zich richt op Christus’ overwinning op zonde, Satan en dood. Ondertussen gelooft Georges dat zendelingen in een context van schaamte/eer de metafoor van genoegdoening moeten gebruiken, die zich richt op onze ereschuld aan God en op de betaling van die schuld door Christus. Voor een schuld/onschuldcultuur, ten slotte, suggereert hij dat die van plaatsvervangend straflijden het meest geschikt zou zijn.

Georges benadrukt terecht de multidimensionale werkelijkheid van de verzoening. Verschillende aspecten of kenmerken kunnen resoneren met verschillende culturen. Toch is er een inherente zwakte in dit contextualisatiemodel: het is gebouwd op een relativistische verzoeningstheologie.

Gevaar van relativisme
Missiologen die de benadering volgen die Georges voorstelt, gebruiken soms een “caleidoscopische kijk” op de verzoening. Dit perspectief kreeg bredere bekendheid rond de eeuwwisseling, na de publicatie van Joel B. Green en Mark D. Baker’s ‘Recovering the Scandal of the Cross’. Green en Baker stellen dat de Bijbel veel verschillende metaforen gebruikt om de aard van de verzoening te beschrijven. Daarom moeten we niet het ene motief boven het andere stellen. Hoewel deze benadering de fout vermijdt om de verzoening tot slechts één aspect te reduceren, gaat het te ver de andere kant op door de verzoeningsthema’s te relativeren.

Ik bedoel niet dat deze benadering ervan uitgaat dat deze thema’s geen enkele objectieve waarheid bevatten (postmodernisme), maar dat er geen intrinsieke relatie of logische volgorde tussen de thema’s wordt aangetoond. Volgens de caleidoscopische visie is er geen schriftuurlijk (en transcultureel) kader voor hoe de verzoeningsmetaforen geïntegreerd zouden kunnen worden.

Hoewel Green en Baker aangeven dat alle metaforen als geldig beschouwd moeten worden en waar nodig gebruikt moeten worden, verwerpen ze het plaatsvervangend straflijden als Bijbelse metafoor. Voor hen is strafvervanging eerder een cultureel product van het leven in het Westen dan een Bijbelse doctrine die in elke context onderwezen moet worden.

Hoewel Georges plaatsvervangend straflijden niet verwerpt in ‘The 3D Gospel’, keurt hij iets soortgelijks goed in ‘Ministering in Honor-Shame Cultures’, een boek dat hij samen met Baker schreef. Hij schrijft: “Wanneer mensen deze theologie [plaatsvervangend straflijden], gecontextualiseerd in het Westen, verabsoluteren, verheffen tot het niveau van Bijbelse waarheid en internationaal exporteren, [leidt dit] tot een soort theologisch/cultureel kolonialisme.”

Geïntegreerde verzoeningstheologie
In tegenstelling tot deze niet-geïntegreerde en relativistische benadering van de verzoening, hebben verschillende theologen in de afgelopen jaren laten zien hoe de verschillende aspecten van de verzoening geïntegreerd zijn in de Schrift. Jeremy Treat laat bijvoorbeeld in ‘The Crucified King’ zien hoe plaatsvervangend straflijden het noodzakelijke mechanisme biedt voor het Christus Victor motief. Op dezelfde manier laat Joshua M. McNall in ‘The Mosaic of Atonement’ zien hoe de verzoeningsmetaforen in elkaar passen en hoe de een nodig is om de ander te begrijpen.

Met name wijzen beide auteurs op Openbaring 12 als een voorbeeld van deze intrinsieke relatie tussen de metaforen. In die passage schildert Johannes het offer van Christus af in cultische, juridische en militaire termen, waarbij hij onthult dat gelovigen de overwinning hebben over Satan vanwege het plaatsvervangende strafoffer van Christus. Dit is niets minder dan de climax van het hele heilshistorische verhaal van de Schrift vanaf Genesis 3:15: Christus verslaat Satan en de dood door in de plaats van zondaars te lijden. De verzoening door plaatsvervangend straflijden is daarom fundamenteel voor, en noodzakelijk voor onze overwinning.

De reden dat de mensheid slaaf is van de zonde, Satan en de dood is niet alleen omdat we slachtoffers zijn die gered moeten worden. We zijn veeleer rebellen die wanorde hebben veroorzaakt op kosmisch niveau (Rom. 8:20-21). Door Adams zonde tegen God verloren we de heerschappij over de aarde en zijn we nu geboren als slaven die verlost moeten worden (Ef. 2:1-3). Satan, de aanklager, kan ons angst aanjagen omdat we voor God aan een rechtvaardig oordeel onderworpen zijn (Hebr. 2:13-15).

We kunnen alleen vrijheid en bevrijding van de machten van de duisternis vinden als dit kernprobleem van onze zonde tegen God wordt aangepakt. Jezus heeft dit bereikt door de machten en autoriteiten te ontwapenen door zijn plaatsvervangend offer dat onze zondeschuld wegneemt (Kol. 2:13-15).

De centrale plaats van de plaatsvervanging in de verzoeningstheologie
De plaatsvervangende dood van Christus is niet alleen fundamenteel en onmisbaar voor de Christus Victor-dimensie van het kruis, maar voor alle andere dimensies. Jeremy Treat wijst er in zijn nieuwste boek ‘The Atonement: An Introduction’ op, dat “we het belangrijke onderscheid moeten erkennen tussen wat Christus volbracht heeft (het resultaat) en hoe hij het volbracht heeft (de middelen).”

Het resultaat van de verzoening is veelzijdig. Maar aan de basis van alle resultaten ligt het middel waarmee God deze heeft bereikt: De plaatsvervangende dood van Christus aan het kruis. Dit is niet één dimensie naast andere die afhankelijk van de culturele context terzijde geschoven kan worden. Het is centraal en noodzakelijk voor het juist communiceren van elke dimensie van de verzoening.

De centrale rol van plaatsvervanging wordt bevestigd door zowel het getuigenis van de Schrift als de leer van God. Ten eerste stelt de Schrift een patroon van vervanging vast door het Oude en Nieuwe Testament heen. In Genesis 3:15 bijvoorbeeld belooft God na de val dat Hij de kop van de slang zal vermorzelen door het offer van een beloofd zaad. Bovendien bekleedt God Adam en Eva met de huiden van dieren die stierven om hen te bedekken.

In het Nieuwe Testament wijzen de Bijbelse auteurs herhaaldelijk op de plaatsvervangende aard van de dood van Christus. Jezus zelf geeft dit aan wanneer hij zegt dat hij kwam “om zijn ziel te geven als losprijs voor velen”, een zinspeling op Jesaja 53 (Marcus 10:45). De schrijvers van het Nieuwe Testament schilderen het offer van Christus af als de grote ruil. Jezus neemt de straf voor de zonde die wij verdienen op zich en wij ontvangen zijn volmaakte gerechtigheid.

Bovendien onthult de Bijbelse leer over God dat God de zonde niet door de vingers kan zien. Als Hij zondaars wil redden, dan moet Hij in een perfect vervangingsoffer voorzien. De dood van Christus bereikt veel dingen, maar het is de ‘zelfvervanging van God’ (om de uitdrukking van John Stott te gebruiken) die God zelf voldoet en zo de toepassing van alle zegeningen van de verzoening mogelijk maakt voor zijn mensen.

In context geplaatst en geïntegreerd
Deze korte schets laat zien dat de verzoeningsmetaforen onderling verbonden zijn; we kunnen ze niet los van elkaar begrijpen. We moeten elke verzoeningstheologie verwerpen die het Bijbelse kader van het kruis reduceert of relativeert. Er bestaat een intrinsieke en oorzakelijke relatie tussen de verzoeningsmetaforen, en die van het plaatsvervangend straflijden staat in alle metaforen centraal.

Ja, het werk van Christus aan het kruis bereikt meer dan het wegnemen van onze schuld tegenover God. Maar pas als onze schuld is aangepakt, kunnen alle andere afgeleide problemen, zoals schaamte en angst, worden opgelost.

De verzoeningsmetaforen zijn onderling verbonden; we kunnen ze niet los van elkaar begrijpen.

Als we het evangelie in verschillende culturen waarheidsgetrouw willen verkondigen, kunnen we beginnen met de onderwerpen die het meest resoneren in de harten van mensen in hun culturele context. Maar vervolgens moeten we naar de kern van ons zondeprobleem gaan en laten zien waarom de plaatsvervangende strafdood van Christus aan het kruis hun schuld voor God oplost en resulteert in de voordelen die door de andere verzoeningsmetaforen worden voorgesteld.

In het geval van mijn vriend uit het dorp werd zijn familie tot Jezus aangetrokken vanwege een verlangen naar macht over geestelijke krachten. Als je anderen zoals hen wil dienen, is het zeker gepast om het evangelie te presenteren in termen van Christus Victor, door uit te leggen dat een van de redenen waarom Jezus aan het kruis stierf, was om de machten van de duisternis omver te werpen en ons te bevrijden van angst en slavernij. Dit kan een krachtig aanknopingspunt zijn.

We moeten echter niet evangeliseren op een manier die de verzoeningsmotieven isoleert. Als we uitleggen waarom we gebonden zijn aan Satan en geestelijke machten of waarom er ziekte en lijden in de wereld is, moeten we de rebellie van de mensheid tegen God en onze schuld tegenover Hem uitleggen. Als we de overwinning uitleggen die Jezus heeft behaald, moeten we uitleggen hoe die overwinning werd bereikt door zijn plaatsvervangende dood aan het kruis.

Het kruis preken
Met dat in gedachten, volgen hier drie belangrijke suggesties voor het contextualiseren van het kruis.

1. Onthoud dat de verzoening door Christus multidimensionaal is.
Als zendelingen moeten we oppassen voor de neiging om de verzoening te reduceren tot slechts één dimensie. Westerse zendelingen moeten onthouden dat het evangelie niet alleen onze schuld voor God wegneemt, maar ook onze angst en schaamte aanpakt. Ondertussen moeten de mensen in het Oosten onthouden dat ze een perfecte gerechtigheid nodig hebben voor hun schuld, niet alleen meer macht of eer.

2. Verbind aspecten van de verzoening met culturele waarden.
De verschillende dimensies van de verzoening van Christus kunnen unieke aanknopingspunten bieden voor het evangelie in verschillende contexten. Door aan te sluiten bij de thema’s die resoneren bij je publiek (angst, schaamte, enz.), kun je gehoor vinden en laten zien hoe het evangelie de problemen aanpakt waar mensen mee te maken hebben. (Het 3D-model van Georges komt overeen met deze eerste twee punten, maar verschilt van mijn derde en laatste aanbeveling).

3. Verkondig een geïntegreerde verzoeningstheologie.
We moeten het evangelie niet reduceren tot alleen plaatsvervangend straflijden, noch moeten we de absolute noodzaak en centraliteit ervan negeren. Zonder Christus die de straf voor onze zonde betaalt door zijn dood aan het kruis, is er geen overwinning op zonde, Satan of dood. Er is geen verwijdering van onze schaamte of herstel van eer.

We kunnen ons contextualiseringsproces beginnen door ons te verbinden met een culturele waarde door middel van een passende verzoeningsmetafoor, maar we moeten het altijd terugbrengen naar het hart van de verzoening en Christus’ plaatsvervangende strafdood voor zondaars verkondigen. Alleen dan kunnen we de volle glorie van het kruis verkondigen en discipelen maken met een werkelijk begrip van het werk van Christus voor ons.

Vertaling van: https://www.thegospelcoalition.org/article/reintegrating-atonement-missions/
Vertaald door Kees van Kralingen

Laad meer
Laden