×

Hij is de gelukzalige, de enige heerser, de koning der koningen en de Heer der heersers, Hij alleen bezit de onsterfelijkheid en Hij woont in ontoegankelijk licht. Geen mens heeft Hem gezien of is in staat om Hem te zien. Aan Hem de eer en de eeuwige macht! Amen.

(1 Tim. 6:15–16, WV)

In de eerste zin van de dagtekst van deze Dag staat het woord gelukzalige. Hetzelfde woord stond ook al in de dagtekst boven de Dag van gisteren: ‘het evangelie over de glorie van de gelukzalige God’. Toen hebben we het overgeslagen, nu kunnen we er niet langer om heen. God is ‘de gelukzalige’ … er had net zo goed kunnen staan: hij is ‘de gelukkige’. Het Evangelie van Gods glorie is als je — zoals de dagtekst van gisteren het doet — het voluit zegt: ‘het Evangelie van de glorie van de gelukkige God’.

God is ‘gelukkig’… misschien had je daar nog nooit bij stilgestaan.

God is ‘gelukkig’… misschien had je daar nog nooit bij stilgestaan. Waar moet je dan aan denken? De woorden waarmee Paulus vervolgt wijzen de richting — ook al is het trouwens maar een van de richtingen waarin je het geluk van God kunt invullen. Goden of keizers uit de wereld van Paulus werden soms ook wel ‘gelukkig’ genoemd. Wordt de God van Paulus hun concurrent? Dat dus niet: deze God laat de concurrentie ver achter zich. Paulus lijkt dit keer zijn pijlen vooral te richten op de machthebbers op aarde — anders dan in zijn eerste brief aan christenen in Korinthe, waar hij ‘de zogenaamde goden in de hemel of op aarde’ in het vizier heeft (1 Kor. 8:4-6).

Paulus noemt God de ‘enige heerser’. Hij weet natuurlijk ook wel dat mensen andere machthebbers erkennen. Paulus’ woordkeus suggereert dat hij die macht en heerschappij relativeert. Ze ‘heersen als koning’, ze ‘treden op als heer’ — ze vervullen een rol. De God die Paulus vereert, staat daar boven: hij is hun koning (‘de koning van wie als koning heersen’), hij is hun heer (‘de heer van wie als heer optreden’). Als je het zo bekijkt, kun je zeggen dat Paulus niet overdrijft wanneer hij zegt: God is de enige (echte) heerser.

Niemand vereert tweeduizend jaar later nog de ‘onsterfelijke goden’ uit de wereld van Paulus. De God die Paulus vereert, is een ander verhaal.

Vervolgens noemt Paulus nog een verschil tussen God en machthebbers op aarde: God ‘alleen bezit de onsterfelijkheid’. Sterven is een wetmatigheid waar geen mens aan ontsnapt, en dan maakt het niet uit of je onderdaan of keizer bent. Hetzelfde geldt trouwens ook als het gaat over de goden: niemand vereert tweeduizend jaar later nog de ‘onsterfelijke goden’ uit de wereld van Paulus. De God die Paulus vereert, is een ander verhaal. Hij is niet onderworpen aan de wetmatigheid van de dood, hij raakt niet uit de religieuze mode. Er is maar één iemand van wie je met recht kunt zeggen: ‘hij alleen bezit de onsterfelijkheid’.

Eeuwige macht is maar in één geval Evangelie

Het zou toch gaan over Gods glorie? Heeft wat Paulus hier zegt over de ‘gelukkige’ God daar nog iets te maken? De manier waarop Paulus hier schrijft over Gods ‘eeuwige macht’, zoals hij het in de lofprijzing aan het eind samenvat, maakt duidelijk dat het inderdaad over Gods glorie gaat. Niet dat we nu een omschrijving hebben van Gods glorie, alsof je zou kunnen zeggen: Gods glorie is: zijn eeuwige macht. Wel dat we in Gods ‘eeuwige macht’ een voorbeeld hebben — één van de vele — waarin Gods glorie concreet zichtbaar wordt.

In Gods ‘eeuwige macht’ hebben we één van de vele voorbeelden waarin Gods glorie concreet zichtbaar wordt.

Wat bedoel ik wanneer ik zeg: ‘de manier waarop Paulus hier schrijft’? Verderop in dit dagboek zullen we zien dat de woorden en uitdrukkingen die Paulus gebruikt stuk voor stuk horen bij het signalement van Gods glorie. Concreet kun je dat zien in drie bijzonderheden in de manier waarop Paulus hier schrijft. In de eerste plaats, het gebruik van een constructie die de overtreffende trap uitdrukt (‘de koning der koningen’, oftewel ‘de hoogste koning’, en nog een keer: ‘de Heer der heersers’, oftewel ‘de hoogste heer’). In de tweede plaats, het gebruik van woorden die uitdrukking geven aan het gegeven dat God uniek is (‘de enige’, ‘hij alleen’). In de derde plaats, het noemen van een bijzondere combinatie van eigenschappen (in dit geval absolute macht en tegelijk onsterfelijkheid).

Iemand met absolute macht en tegelijk onsterfelijkheid — word je daar blij van?

Iemand met absolute macht en tegelijk onsterfelijkheid — word je daar blij van? In onze aardse werkelijkheid is dat in veel gevallen een akelige droom, een onveilig scenario. We halen opgelucht adem wanneer een dictator overlijdt. Volgens Paulus is de werkelijkheid van de God die hij vereert anders: iemand met absolute macht en onsterfelijkheid — als dat over God gaat, dan verdient hij een gelukwens: ‘hij is de gelukkige’. ‘Eeuwige macht’: Gods glorie valt er niet mee samen, maar het is wel één van de vele voorbeelden van zijn glorie.

Noot van de redactie: 

De teksten in deze serie vormen een vingeroefening voor een dagboek dat later gepubliceerd zal worden (voorlopige titel: Onvergelijkelijke grootheid. Het Evangelie van Gods glorie, Uitgeverij Van Wijnen). Het voornemen is elke dinsdag- en vrijdagavond een nieuwe tekst online te zetten: een routebeschrijving halverwege de week, en dan nog een tegen het einde van de week.

Klik hier voor alle delen uit deze serie.

Meest gelezen

Nieuwsbrieven

Blijf op de hoogte

Laad meer
Laden