×

Lezen: Matteüs 13:1-17, 31-35

Als iemand van u honderd schapen heeft…
En als een vrouw tien drachmen heeft…
Iemand had twee zonen.
Lucas 15:4a, 8a, 11b

Jezus’ drie-verhalen-gelijkenis is wel opgevat als een heenwijzing naar de drie-enige God: Jezus is immers de goede herder, de vader spreekt voor zich en dan moet die vrouw wel een beeld zijn voor de heilige Geest. Een mooie gedachte, maar wie zo leest overvraagt de gelijkenis. Waarom dan echter drie verhalen die zo veel op elkaar lijken, maar waarvan de derde toch weer zo afwijkend is? Uitnodigend én confronterend neemt Jezus via deze drie zorgvuldig opgebouwde verhalen het groepje mopperende theologen mee naar het hart van het evangelie.

Met de eerste twee verhalen roept Jezus een alledaags en aanvaardbaar beeld op. Natuurlijk, als je iets waardevols verliest, zoek je dat op en ben je blij als je het gevonden hebt. Maar als Jezus vervolgens stelt dat zondaars voor God even waardevol zijn, dat Hij blij is als zo’n zondaar zich bekeert, dan zie je voor je hoe de bedenkelijke blik terugkeert. Voelen ze aan dat Jezus zijn hartelijke ontvangst van toestromende zondaars hiermee vergelijkt en rechtvaardigt? En dat Jezus hén vergelijkt met de negenennegentig rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben?

Voelen ze aan dat Jezus zijn hartelijke ontvangst van toestromende zondaars hiermee vergelijkt en rechtvaardigt?

De vader uit het derde verhaal heeft toch veel met God de Vader gemeen: hij verwelkomt zijn verloren zoon onvoorwaardelijk en komt zijn al even liefdeloze oudste zoon liefdevol tegemoet. Maar waar is Jezus in dat verhaal? En waarom wordt de jongste zoon niet gezocht?

Zingen: Gezang 134:6

Noot van de redactie: 

Ga naar het overzicht van alle artikelen in de serie 30 x Lucas 15.

Met toestemming van de uitgever overgenomen uit: Bijbels Dagboek 2015 (De Vuurbaak 2014).

Meest gelezen

Nieuwsbrieven

Blijf op de hoogte

Laad meer
Laden